Doorverwijzing van politieke activist Ibrahim Sharif naar de rechtbank

Gepubliceerd op: 20 November 2025

Doorverwijzing van politieke activist Ibrahim Sharif naar de rechtbank

Het Openbaar Ministerie in Bahrein heeft de prominente politieke activist de heer Ibrahim Sharif doorverwezen naar de rechtbank. Hij blijft in voorarrest, en de zitting is vastgesteld op 26 november bij de Kleine Strafrechtbank. Hij wordt aangeklaagd voor opzettelijk verspreiden van valse informatie en openlijk beledigen van buitenlandse landen, naar aanleiding van zijn publieke politieke uiting.

Volgens mensenrechtenmonitoring werd Sharif gearresteerd op 12 november 2025, direct bij zijn aankomst op de internationale luchthaven van Bahrein, na deelname aan een politieke bijeenkomst in het buitenland. De aard van de aanklachten geeft aan dat de beschuldigingen betrekking hebben op beschermde politieke uitingen onder de garanties van vrijheid van meningsuiting, en geen gewelddaden of opruiing omvatten.

Ibrahim Sharif heeft een lange geschiedenis van vreedzaam politiek activisme en is eerder herhaaldelijk gearresteerd vanwege zijn publieke standpunten, wat de bezorgdheid versterkt dat de huidige maatregelen deel kunnen uitmaken van een breder patroon gericht op politieke figuren die kritiek hebben op het regeringsbeleid.

Beschikbare mensenrechtendata wijzen erop dat het gebruik van aanklachten zoals “valse informatie” en “beledigen van landen” een herhaaldelijk instrument is geworden om de vrijheid van meningsuiting te beperken en individuen ter verantwoording te roepen voor hun meningen, in strijd met internationale normen die burgers het recht garanderen hun mening te uiten zonder angst voor strafrechtelijke vervolging.

Tot slot benadrukt deze zaak de voortdurende noodzaak van sterkere juridische waarborgen ter bescherming van het recht op vrijheid van meningsuiting, het stoppen van maatregelen die vreedzame politieke stemmen onder druk zetten, en het waarborgen van een eerlijk en transparant proces, vrij van politieke overwegingen, om te voorkomen dat strafrechtelijke verantwoordelijkheid wordt gebruikt om publieke deelname te beperken.